Module 4

Deze opdracht gaat over de Pakanbaroe-spoorweg. Voor het bouwen van deze spoorlijn werden krijgsgevangenen en romoesja’s per schip van Java naar Sumatra gebracht. Soms ging dat mis.

Bovenstaande bronnen geven indicaties van de hoeveelheid slachtoffers onder de krijgsgevangenen en de romoesja’s.

Hoeveel procent van de krijgsgevangenen heeft het overleefd?

a.

80%

b.

75%

c.

65%

Hoeveel procent van de romoesja’s heeft het overleefd?

a.

20%

b.

60%

c.

80%

Waarom denk jij dat er zo’n groot verschil is in het aantal slachtoffers?

Uit: L. Dalhuisen, e.a., Themakatern Geschiedenis. Nederlands kolonialisme in Indonesië (Zutphen, 2023) blz 58.


Een schoolboek over de aanleg van deze spoorlijn:

“Door de Pakanbaroe-spoorweg moest een verbinding tot stand komen tussen de oost- en westkust van Sumatra. Het traject was 220 kilometer lang en liep deels door moerassig regenwoud met rivieren en door berggebied. De eerste arbeiders aan de spoorlijn waren romoesja’s uit Java, deels vrijwilligers, deels dwangarbeiders. In mei 1944 kwam de eerste groep krijgsgevangenen in Pakanbaroe aan, in juni en september gevolgd door nieuwe groepen, in totaal bijna 5000 man. De krijgsgevangenen waren vooral Nederlandse en Indo-Europese KNIL-militairen.

Slechts weinig gevangenen waren gewend aan zwaar lichamelijk werk zoals het sjouwen met spoorrails van tien meter lang en driehonderd kilo zwaar. De bewakers, vooral Koreaanse vrijwilligers, stonden met de zweep klaar om het tempo hoog te houden. Het voedsel was zelden toereikend. Door het harde werk, het weinige voedsel en de onhygiënische omstandigheden kregen ziekten alle kans. Veel gevangenen leden aan malaria of dysenterie of hadden tropenzweren. Ernstige zieken werden naar ziekenbarakken overgebracht, waar zij door krijgsgevangen artsen en verplegers naar beste vermogen werden verzorgd. Maar er was groot gebrek aan verbandmateriaal, medicijnen en medische instrumenten. Van de krijgsgevangenen overleden er 688.

Bij de romoesja’s was het sterftecijfer catastrofaal. Volgens schattingen kwamen er bij de Pakanbaroe-spoorweg ca 17.000 romoesja’s om (80%). Een belangrijke oorzaak van dit veel hogere sterftecijfer dan bij de krijgsgevangenen was het totale gebrek aan ziekenverzorging, doordat er onder romoesja’s geen artsen of verplegers waren.

In de laatste maanden van de oorlog werd het werktempo sterk opgevoerd, zodat de spoorlijn op 15 augustus 1945 klaar was, toevallig de dag van de Japanse capitulatie. De spoorlijn is nooit in gebruik genomen.”

Uit: Bersama Magazine. De Tweede Wereldoorlog in de Oost. (Amsterdam, 2023), Blz. 58.


Een tijdschrift over de aanleg van deze spoorlijn:

“Het gebied met zijn tropische regenwouden, bergruggen en moerassen was niet ideaal voor het aanleggen van een spoorverbinding. En ook hier hadden de dwangarbeiders te kampen met honger, ziekte en uitputting. In april 1943 werd van start gegaan, eerst met 22.000 romoesja’s, vanaf mei 1944 aangevuld met circa 5.000 Britse, Australische, Nieuw-Zeelandse en Nederlandse krijgsgevangenen. Het sterftecijfer lag hoog, bij de krijgsgevangenen één op zeven en bij de romoesja’s vier op vijf.”

Een televisieprogramma over het vervoer van krijgsgevangenen en romoesja’s naar de Pakanbaroe-spoorweg.