Module 3

Troostmeisjes en dwangprostitutie

Kijk en vergelijk. Wat vertellen een podcast, een tijdschrift en een tentoonstelling over troostmeisjes en dwangprostitutie?

Beluister, bekijk en lees de bronnen 4,5 en 6. Alle drie de bronnen gebruiken zowel het woord troostmeisje als het woord dwangprostitutie of gedwongen prostitutie. Welk woord is door de Japanners gebruikt, denk je?
Verklaar je antwoord.



Woordenlijst

Romoesja:

inheemse dwangarbeider.

Troostmeisje:

vrouwelijk slachtoffer van dwangprostitutie.

Uit: Bersama Magazine. De Tweede Wereldoorlog in de Oost. (Amsterdam, 2023), blz. 52

“In Nederlands-Indië, het enige land waar hiervoor ook op grote schaal westerse vrouwen werden ingezet, werden meer dan 70.000 zowel inheemse als geïnterneerde Nederlandse (Indo-Europese en ‘Hollandse’) vrouwen gedwongen tot prostitutie. In kamp Gedang (Semarang) werden bijvoorbeeld in 1944 zo’n 200 meisjes door de Japanners weggehaald. Bij de volgende poging verzetten de geïnterneerde vrouwen en meisjes zich en vielen de Japanners met knuppels en gaspijpen aan.”

Kunsthal Rotterdam presenteert de indrukwekkende portretserie van hoogbejaarde Indonesische vrouwen van fotograaf Jan Banning.

De vrouwen zijn afkomstig uit Java, Sumatra en de Zuid-Molukken. Uit hun ogen spreekt hun verleden; de verdrongen geschiedenis van de ‘troostmeisjes'. In de Tweede Wereldoorlog zijn zij door de Japanse bezetter gedwongen tot prostitutie. Waar zo velen nog altijd zwijgen, hebben zij de moed na al die jaren hun pijnlijke verleden voor het voetlicht te brengen. Banning doorbreekt met zijn foto's het taboe dat op de geschiedenis van de duizenden troostmeisjes in Azië ligt. Banning geeft hun een gezicht.

Wainem, 1925, Mojogedang, Midden-Java

PORTRETTEN

Fotograaf Jan Banning en journaliste Hilde Janssen reisden twee jaar door de Indonesische archipel op zoek naar vrouwen die hun geschiedenis uit de doeken wilden doen. Bijna vijftig troostmeisjes laten zich door Banning portretteren. Aan Janssen vertellen zij hoe zij thuis zijn opgepakt of van de straat zijn geplukt door de Japanse bezetter. Ze zijn aan het werk gezet in streng bewaakte en gecontroleerde militaire bordelen. Een aantal belandde in informele bordelen in kazerneloodsen, fabriekshallen en tentenkampen of werd geselecteerd als bijzit van een of meerdere Japanse militairen. In de tentoonstelling zijn de indringende portretten van voormalige troostmeisjes te zien. Sommigen hebben na de oorlog de heftige ervaringen diep weggestopt, de draad weer opgepakt, zijn getrouwd en hebben kinderen en kleinkinderen gekregen. Anderen lukte dat niet. Ze voelden zich gebrandmerkt. Ze konden niet meer teruggaan naar hun dorp, hebben geen kinderen kunnen krijgen. De vrouwen die in de openbaarheid traden en die Banning heeft mogen fotograferen, zijn het gezicht van naar schatting tweehonderdduizend slachtoffers.