Module 2

Nederlands-Indië voor de Tweede Wereldoorlog

Aan de hand van foto’s wordt het verhaal over Nederlands-Indië in de periode van voor de Tweede Wereldoorlog verteld.

Start het verhaal



Woordenlijst

Indo:

Persoon van gemengde afkomst, meestal met een Nederlandse vader en een Indonesische moeder.

Njai:

Indische huishoudster van een Nederlandse, alleenstaande man. Vaak was er ook sprake van een seksuele verhouding.

Totoks:

Volbloed witte mensen in Nederlands-Indië.

Inlander:

Oorspronkelijke bewoner.

Het gebouw van het Gouvernements Zendstation Malabar

Bandoeng had het sterkste zendstation in de regio: Radio Malabar. Het had een rechtstreekse etherverbinding met radio Kootwijk in Nederland en was bedoeld voor het berichtenverkeer tussen Nederland en Nederlands-Indië. Via de korte golf kon men ook met Nederland telefoneren. Het station werd vlak voor de capitulatie van het KNIL in 1942 als daad van verzet door hen onklaar gemaakt.

Hamengkoe Boewono VII, sultan van Jogjakarta in Hofkleding rond 1885.

Hamengkoe Boewono VII, sultan van Jogjakarta in uniform, rond 1885.

Studioportret van de heer Van der Velden met zijn dochter Johanna en zijn njai in Bandoeng, circa 1900.

Toename van het aantal Nederlanders in Nederlands-Indië.

De bedienden kennen hun plaats op deze foto; ze moesten blijven staan of op de grond zitten/hurken.

De Nederlandse vrouw wordt bediend door de baboe van de familie. Baboe is een koloniale term en wordt niet langer gebruikt.

Kokkie (de kokkin) komt haar blandja (belanja), het huishoudgeld, halen bij de vrouw van de administrateur. Deze foto is genomen in 1922 en laat goed zien hoe de verschillende bevolkingsgroepen in die tijd met elkaar omgingen.

Een Chinese winkel in Batavia, West-Java.

Bevolkingspiramide van Nederlands-Indië.

Het Tjikini zwembad in Batavia rond1930. Het verhaal gaat dat er bij het zwembad een bordje hing met de tekst: ‘Verboden toegang voor inlanders en honden’.